07 october 2025
‘Of ik een buisje Newcastle Disease Virus voor hem had’
Een veearts, een varkensboer en hun stiekeme zelfmedicatie. Casper van Eijck zag de twee tegen alle verwachtingen in steeds terug op zijn spreekuur. Het leidde tot het eerste virusonderzoek bij alvleesklierkanker, want wat de veearts en de varkensboer zichzelf inspoten was pseudovogelgriep.
Prof. dr. Ron Fouchier weet nog precies dat Casper bij hem aanklopte: ‘Of ik een buisje Newcastle Disease Virus (NDV), ook wel bekend als pseudovogelgriep, voor hem had. Hij wilde zijn patiënten ermee behandelen. Ik was al langere tijd geïnteresseerd in de genetische modificatie van virussen voor toepassing bij mensen; ik adviseerde de overheid erover. Oncologisch was het absoluut veelbelovend, maar zomaar aan patiënten geven? Dag mag niet en dat kan niet. Aan klinische studies gaat een enorm traject voor het waarborgen van veiligheid en het bewijzen van effectiviteit vooraf. Maar: we hadden het wel in huis.’ Dr. Bernadette van den Hoogen gebruikt het op dat moment als controlevirus bij een ander onderzoek: ‘Casper vroeg ons toen, in 2010, of we het NDV konden onderzoeken voor het gebruik in viro-immunotherapie bij patiënten met alvleesklierkanker. We gingen aan de slag en dat was inderdaad een enorm traject. Gelukkig hebben we dat nu bijna helemaal doorlopen.’
Enige manier
Bernadette van den Hoogen richtte zich op het virus: ‘In het lab begonnen we met het opkweken van het virus en het uitvoeren van onderzoeken om te zien of het deed wat we verwachtten. Ook moesten we bewijzen dat we dit oncolytische virus veilig konden gebruiken, zonder risico voor ziekte-uitbraken onder pluimvee, zoals kippen. Uit eerdere onderzoeken, maar ook uit onze eigen resultaten, wisten we dat het NDV geen ziekte veroorzaakte in de mens. Inmiddels hebben we aan kunnen tonen dat het in het lab effectief is in het doden van zowel alvleesklierkanker- als hersentumorcellen én dat het veilig is voor zowel de patiënt als de omgeving.’ Ondertussen ging Ron met Casper op zoek naar een bedrijf dat het virus kon produceren – en dat was niet eenvoudig. Ron Fouchier: ‘Er zijn zeer specifieke eisen waar een dergelijk laboratorium aan moet voldoen, wat te maken heeft met onder andere veiligheid en wet- en regelgeving. Lastig te vinden dus, maar niet onmogelijk. Toen we eindelijk een lab hadden gevonden dat het virus kon maken, bleek dat helemaal volgeboekt te zijn. Op andere plekken liepen we tegen exorbitant hoge tarieven aan of kregen we te maken met onacceptabele condities, zoals het overdragen van alle rechten op het te ontwikkelen medicijn. Zelf een laboratorium bouwen, was de enige manier.’
Werkt echt
En dat laboratorium – het ATMP-lab – staat er nu, als een ware mijlpaal in het Erasmus MC. Ron Fouchier: ‘Onze eigen productiefaciliteit, dat is echt heel bijzonder. Ook op dat gebied zijn de processen lang: het duurt voordat het lab wordt gebouwd, het duurt voordat het lab gaat draaien – maar dat is de enige weg. Het heeft ook heel wat voeten in de aarde voordat we voor het eerst een oncolytisch virus mogen maken. Het moment dat we met de proefbatches aan de slag kunnen, is nu bijna daar. Elke fase heeft weer andere regels, alles moet worden geoptimaliseerd en gevalideerd voordat we uiteindelijk de stap kunnen maken naar klinische studies. Ik wist natuurlijk wel dat het niet zo simpel zou zijn als Casper het zich vijftien jaar geleden voorstelde, maar dat het zo complex zou worden had ik ook niet verwacht. Stap voor stap, proces na proces.’ Bernadette van den Hoogen: ‘Er is nog steeds progressie, dus we gaan gewoon door! In 2024 hadden we nog een hoogtepuntje. Na het aantonen van de effectiviteit van het NDV als oncolytisch virus in laboratoriumonderzoek, moesten we ook in diermodellen laten zien dat het doet wat we willen. Nu is het eindelijk gelukt om het juiste model te vinden – een muis met een tumor in de pancreas – en het virus liet daarbij inderdaad een antitumorwerking zien. Het werkt dus echt!’
Hoop gebeurd
Omdat de processen rondom het ontwikkelen van een nieuwe behandeling zo veel tijd in beslag nemen, richten Ron en Bernadette zich op een tweesporenbeleid. Ron: ‘Aan de ene kant gaan we binnenkort bezig met de proefbatches van een heel simpel NDV. Daar hebben we waarschijnlijk maar weinig muismodellen voor nodig voor de bewijslast. Dan kunnen we vervolgens zo snel mogelijk klinische studies starten. Met andere woorden: de behandeling eindelijk naar de patiënt brengen. Tegelijkertijd onderzoeken we wat de meest geschikte virusvariant zou kunnen zijn bij alvleesklierkanker. We hebben namelijk een aantal verschillende varianten gemaakt, die mogelijk effectiever zijn. Op dat gebied verwachten we ook belangrijke stappen in 2025. Door de bureaucratische processen parallel aan het laboratoriumonderzoek te doorlopen, gaat het zo snel als het kan gaan. Uiteindelijk heeft de patiënt natuurlijk baat bij een zo veilig en werkzaam mogelijke behandeling – en daar blijven we ons elke dag weer voor inzetten. Van een klopje op de deur door Casper van Eijck, tot een virus dat we binnenkort in ons eigen laboratorium gaan produceren – er is een hoop gebeurd!’